voorbewerken
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | bewerk voor | bewerkte voor | heb voorbewerkt |
| jij, je, u | bewerkt voor | bewerkte voor | hebt voorbewerkt |
| hij, zij, het | bewerkt voor | bewerkte voor | heeft voorbewerkt |
| wij | bewerken voor | bewerkten voor | hebben voorbewerkt |
| jullie | bewerken voor | bewerkten voor | hebben voorbewerkt |
| zij, ze | bewerken voor | bewerkten voor | hebben voorbewerkt |
PresensBeta
Example presens sentences for Voorbewerken with some of the pronouns.
- Ik bewerk de foto's voor.
- Jij bewerkt de afbeelding voor.
- Hij/Zij bewerkt het document voor.
- Wij bewerken de tekst voor.
- Zij bewerken de presentatie voor.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Voorbewerken with some of the pronouns.
- Ik bewerkte de foto's voor.
- Jij bewerkte de afbeelding voor.
- Hij/Zij bewerkte het document voor.
- Wij bewerkten de tekst voor.
- Zij bewerkten de presentatie voor.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Voorbewerken with some of the pronouns.
- Ik heb de foto's voorbewerkt.
- Jij hebt de afbeelding voorbewerkt.
- Hij/Zij heeft het document voorbewerkt.
- Wij hebben de tekst voorbewerkt.
- Zij hebben de presentatie voorbewerkt.