voortdrijven

Conjugations List of Voortdrijven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdrijf voortdreef voortheb voortgedreven
jij, je, udrijft voortdreef voorthebt voortgedreven
hij, zij, hetdrijft voortdreef voortheeft voortgedreven
wijdrijven voortdreven voorthebben voortgedreven
julliedrijven voortdreven voorthebben voortgedreven
zij, zedrijven voortdreven voorthebben voortgedreven

Presens
Beta

Example presens sentences for Voortdrijven with some of the pronouns.

  • Ik drijf de boot voort over het water.
  • Jij drijft de kudde voort naar de grazige weide.
  • Hij drijft zijn onderzoek voort met grote passie.
  • Wij drijven de discussie voort met nieuwe argumenten.
  • Zij drijven de economie voort met innovatieve ideeën.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Voortdrijven with some of the pronouns.

  • Ik dreef de boot voort over het water.
  • Jij dreef de kudde voort naar de grazige weide.
  • Hij dreef zijn onderzoek voort met grote passie.
  • Wij dreven de discussie voort met nieuwe argumenten.
  • Zij dreven de economie voort met innovatieve ideeën.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Voortdrijven with some of the pronouns.

  • Ik heb de boot voortgedreven over het water.
  • Jij hebt de kudde voortgedreven naar de grazige weide.
  • Hij heeft zijn onderzoek voortgedreven met grote passie.
  • Wij hebben de discussie voortgedreven met nieuwe argumenten.
  • Zij hebben de economie voortgedreven met innovatieve ideeën.