militariseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | militariseer | militariseerde | heb gemilitariseerd |
jij, je, u | militariseert | militariseerde | hebt gemilitariseerd |
hij, zij, het | militariseert | militariseerde | heeft gemilitariseerd |
wij | militariseren | militariseerden | hebben gemilitariseerd |
jullie | militariseren | militariseerden | hebben gemilitariseerd |
zij, ze | militariseren | militariseerden | hebben gemilitariseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Militariseren with some of the pronouns.
- De regering militariseert de grens om de veiligheid te waarborgen.
- Het leger militariseert snel en efficiënt.
- De discussie over het militariseren van de politie is nog gaande.
- In tijden van crisis neigt men naar het militariseren van de samenleving.
- Sommige landen hebben ervoor gekozen hun grensgebieden te militariseren.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Militariseren with some of the pronouns.
- De regering militariseerde de grens tijdens de oorlog.
- Vroeger militariseerde het leger langzamer en minder efficiënt.
- De politie militariseerde in de jaren '90.
- In het verleden militariseerden sommige landen hun samenleving als preventieve maatregel.
- Tijdens de Koude Oorlog militariseerden veel grensgebieden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Militariseren with some of the pronouns.
- De regering heeft de grens gemilitariseerd om de veiligheid te waarborgen.
- Het leger heeft snel en efficiënt gemilitariseerd.
- De politie heeft een paar jaar geleden gemilitariseerd.
- In de afgelopen decennia hebben veel landen hun samenleving gemilitariseerd.
- De grensgebieden zijn onlangs gemilitariseerd door enkele landen.