overeenkomen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kom overeen | kwam overeen | ben overeengekomen |
jij, je, u | komt overeen | kwam overeen | bent overeengekomen |
hij, zij, het | komt overeen | kwam overeen | is overeengekomen |
wij | komen overeen | kwamen overeen | zijn overeengekomen |
jullie | komen overeen | kwamen overeen | zijn overeengekomen |
zij, ze | komen overeen | kwamen overeen | zijn overeengekomen |
PresensBeta
Example presens sentences for Overeenkomen with some of the pronouns.
- We komen overeen om volgende week een vergadering te houden.
- Jij komt overeen met mijn standpunt in deze kwestie.
- Zij komen altijd overeen en lossen hun problemen snel op.
- Ik kom niet overeen met mijn buurman; we hebben constant meningsverschillen.
- De twee partijen komen uiteindelijk overeen over de voorwaarden van het contract.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Overeenkomen with some of the pronouns.
- Vroeger kwamen we altijd overeen, maar nu hebben we constant ruzie.
- Tijdens de vergadering kwam hij niet overeen met de andere teamleden.
- Toen ik jong was, kwam ik vaak overeen met mijn broers en zussen.
- Het bedrijf kwam niet overeen met de vakbonden over loonverhogingen.
- Zij kwamen tot een akkoord nadat ze langdurig hadden gediscussieerd.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Overeenkomen with some of the pronouns.
- Ik ben met mijn collega overeengekomen om het project af te ronden.
- Heeft zij ooit overeen gekomen met haar ex-partner?
- Wij zijn tot een overeenkomst gekomen na lange onderhandelingen.
- Hij is overeengekomen om me te helpen bij het verhuizen.
- Ze zijn tot een compromis gekomen en hebben de zaak afgesloten.