verdwijnen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verdwijn | verdween | ben verdwenen |
jij, je, u | verdwijnt | verdween | bent verdwenen |
hij, zij, het | verdwijnt | verdween | is verdwenen |
wij | verdwijnen | verdwenen | zijn verdwenen |
jullie | verdwijnen | verdwenen | zijn verdwenen |
zij, ze | verdwijnen | verdwenen | zijn verdwenen |
PresensBeta
Example presens sentences for Verdwijnen with some of the pronouns.
- De zon verdwijnt achter de wolken.
- Ik verdwijn altijd onopgemerkt uit het feest.
- De bloemen verdwijnen langzaam uit de tuin.
- Waarom verdwijnen sommige herinneringen zo snel?
- Het geld lijkt te verdwijnen als sneeuw voor de zon.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verdwijnen with some of the pronouns.
- Toen ik jong was, verdween ik vaak in mijn eigen fantasiewereld.
- Hij verdween regelmatig van het toneel tijdens de repetities.
- Vroeger verdwenen er regelmatig boeken uit de bibliotheek.
- Tijdens de storm verdwenen de bomen één voor één.
- Gedurende enkele jaren verdwenen er mysterieus vee van de boerderij.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verdwijnen with some of the pronouns.
- Hij is plotseling verdwenen zonder een spoor achter te laten.
- We hebben al onze hoop opgegeven toen hij verdwenen was.
- Na een lange zoektocht hebben ze het vermiste kind gevonden, dat gisteravond was verdwenen.
- Heeft hij ooit iets waardevols laten verdwijnen?
- Ze zijn al een maand geleden naar het buitenland verdwenen.