vrijvechten

Conjugations List of Vrijvechten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvecht vrijvocht vrijheb vrijgevochten
jij, je, uvecht vrijvocht vrijhebt vrijgevochten
hij, zij, hetvecht vrijvocht vrijheeft vrijgevochten
wijvechten vrijvochten vrijhebben vrijgevochten
jullievechten vrijvochten vrijhebben vrijgevochten
zij, zevechten vrijvochten vrijhebben vrijgevochten

Presens
Beta

Example presens sentences for Vrijvechten with some of the pronouns.

  • Ik vrijvecht regelmatig met mijn trainingspartner.
  • Jij vrijvecht vaak tijdens de lessen.
  • Hij/zij vrijvecht met veel kracht en precisie.
  • Wij vrijvechten samen als een team.
  • Jullie vrijvechten met passie en toewijding.
  • Zij vrijvechten op hoog niveau in competities.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Vrijvechten with some of the pronouns.

  • Ik vrijvocht regelmatig tijdens mijn trainingen.
  • Jij vrijvocht vaak met je vrienden in de sportschool.
  • Hij/zij vrijvocht met volle overgave tijdens de wedstrijden.
  • Wij vrijvochten altijd met veel plezier.
  • Jullie vrijvochten fanatiek toen jullie jonger waren.
  • Zij vrijvochten vroeger samen in hetzelfde team.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Vrijvechten with some of the pronouns.

  • Ik heb vrijgevochten tijdens het laatste toernooi.
  • Jij hebt al meerdere keren vrijgevochten tegen ervaren tegenstanders.
  • Hij/zij heeft zich goed voorbereid voordat hij/zij vrijgevochten heeft.
  • Wij hebben veel geoefend voordat we vrijgevochten hebben.
  • Jullie hebben succesvol vrijgevochten in de vorige wedstrijd.
  • Zij hebben veel ervaring opgedaan toen ze vrijgevochten hebben.