vroegkosten
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | vroegkost | vroegkostte | heb gevroegkost |
| jij, je, u | vroegkost | vroegkostte | hebt gevroegkost |
| hij, zij, het | vroegkost | vroegkostte | heeft gevroegkost |
| wij | vroegkosten | vroegkostten | hebben gevroegkost |
| jullie | vroegkosten | vroegkostten | hebben gevroegkost |
| zij, ze | vroegkosten | vroegkostten | hebben gevroegkost |
PresensBeta
Example presens sentences for Vroegkosten with some of the pronouns.
- Ik vraag kosten voor mijn diensten.
- Jij vraagt kosten voor je producten.
- Hij vraagt kosten voor de reparatie.
- Wij vragen kosten voor het evenement.
- Zij vragen kosten voor de toegang.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vroegkosten with some of the pronouns.
- Ik vroeg kosten voor mijn diensten.
- Jij vroeg kosten voor je producten.
- Hij vroeg kosten voor de reparatie.
- Wij vroegen kosten voor het evenement.
- Zij vroegen kosten voor de toegang.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vroegkosten with some of the pronouns.
- Ik heb kosten gevraagd voor mijn diensten.
- Jij hebt kosten gevraagd voor je producten.
- Hij heeft kosten gevraagd voor de reparatie.
- Wij hebben kosten gevraagd voor het evenement.
- Zij hebben kosten gevraagd voor de toegang.