wammen

Conjugations List of Wammen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikwamwamdeheb gewamd
jij, je, uwamtwamdehebt gewamd
hij, zij, hetwamtwamdeheeft gewamd
wijwammenwamdenhebben gewamd
julliewammenwamdenhebben gewamd
zij, zewammenwamdenhebben gewamd

Presens
Beta

Example presens sentences for Wammen with some of the pronouns.

  • Ik wam.
  • Jij wamt.
  • Hij/Zij wast.
  • Wij/jullie/zij wammen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Wammen with some of the pronouns.

  • Ik wamde.
  • Jij wamde.
  • Hij/Zij wamde.
  • Wij/jullie/zij wamden.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Wammen with some of the pronouns.

  • Ik heb gewamd.
  • Jij hebt gewamd.
  • Hij/Zij heeft gewamd.
  • Wij/jullie/zij hebben gewamd.