wc-pot gooien

Conjugations List of Wc-pot gooien.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikgooi wc-potgooide wc-potheb wc-pot gegooid
jij, je, ugooit wc-potgooide wc-pothebt wc-pot gegooid
hij, zij, hetgooit wc-potgooide wc-potheeft wc-pot gegooid
wijgooien wc-potgooiden wc-pothebben wc-pot gegooid
julliegooien wc-potgooiden wc-pothebben wc-pot gegooid
zij, zegooien wc-potgooiden wc-pothebben wc-pot gegooid

Presens
Beta

Example presens sentences for Wc-pot gooien with some of the pronouns.

  • Ik gooi de wc-pot in de vuilnisbak.
  • Jij gooit de wc-pot in de vuilnisbak.
  • Hij gooit de wc-pot in de vuilnisbak.
  • Wij gooien de wc-pot in de vuilnisbak.
  • Zij gooien de wc-pot in de vuilnisbak.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Wc-pot gooien with some of the pronouns.

  • Ik gooide de wc-pot in de vuilnisbak.
  • Jij gooide de wc-pot in de vuilnisbak.
  • Hij gooide de wc-pot in de vuilnisbak.
  • Wij gooiden de wc-pot in de vuilnisbak.
  • Zij gooiden de wc-pot in de vuilnisbak.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Wc-pot gooien with some of the pronouns.

  • Ik heb de wc-pot in de vuilnisbak gegooid.
  • Jij hebt de wc-pot in de vuilnisbak gegooid.
  • Hij heeft de wc-pot in de vuilnisbak gegooid.
  • Wij hebben de wc-pot in de vuilnisbak gegooid.
  • Zij hebben de wc-pot in de vuilnisbak gegooid.