wegknippen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | knip weg | knipte weg | heb weggeknipt |
jij, je, u | knipt weg | knipte weg | hebt weggeknipt |
hij, zij, het | knipt weg | knipte weg | heeft weggeknipt |
wij | knippen weg | knipten weg | hebben weggeknipt |
jullie | knippen weg | knipten weg | hebben weggeknipt |
zij, ze | knippen weg | knipten weg | hebben weggeknipt |
PresensBeta
Example presens sentences for Wegknippen with some of the pronouns.
- Ik knip de foto's weg.
- Jij knipt de bonnetjes weg.
- Hij knipt het papier weg.
- Wij knippen de draadjes weg.
- Zij knippen de takken weg.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Wegknippen with some of the pronouns.
- Ik knipte de foto's weg.
- Jij knipte de bonnetjes weg.
- Hij knipte het papier weg.
- Wij knipten de draadjes weg.
- Zij knipten de takken weg.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Wegknippen with some of the pronouns.
- Ik heb de foto's weggeknipt.
- Jij hebt de bonnetjes weggeknipt.
- Hij heeft het papier weggeknipt.
- Wij hebben de draadjes weggeknipt.
- Zij hebben de takken weggeknipt.