wegtrappen

Conjugations List of Wegtrappen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktrap wegtrapte wegheb weggetrapt
jij, je, utrapt wegtrapte weghebt weggetrapt
hij, zij, hettrapt wegtrapte wegheeft weggetrapt
wijtrappen wegtrapten weghebben weggetrapt
jullietrappen wegtrapten weghebben weggetrapt
zij, zetrappen wegtrapten weghebben weggetrapt

Presens
Beta

Example presens sentences for Wegtrappen with some of the pronouns.

  • Ik trap weg.
  • Jij trapt weg.
  • Hij/Zij trapt weg.
  • Wij trappen weg.
  • Jullie trappen weg.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Wegtrappen with some of the pronouns.

  • Ik trapte weg.
  • Jij trapte weg.
  • Hij/Zij trapte weg.
  • Wij trapten weg.
  • Jullie trapten weg.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Wegtrappen with some of the pronouns.

  • Ik heb weggetrapt.
  • Jij hebt weggetrapt.
  • Hij/Zij heeft weggetrapt.
  • Wij hebben weggetrapt.
  • Jullie hebben weggetrapt.