wikken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | wik | wikte | heb gewikt |
jij, je, u | wikt | wikte | hebt gewikt |
hij, zij, het | wikt | wikte | heeft gewikt |
wij | wikken | wikten | hebben gewikt |
jullie | wikken | wikten | hebben gewikt |
zij, ze | wikken | wikten | hebben gewikt |
PresensBeta
Example presens sentences for Wikken with some of the pronouns.
- Ik wik mijn beslissing zorgvuldig.
- Jij wikt de argumenten goed af.
- Hij/zij wikt de voor- en nadelen.
- Wij wikken de opties grondig.
- Jullie wikken de consequenties.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Wikken with some of the pronouns.
- Toen ik jong was, wikte ik nooit mijn woorden.
- Vroeger wikten we niet zoveel over onze keuzes.
- Hij/zij wikte altijd zijn/haar stappen voordat hij/zij verder ging.
- In die tijd wikten we elke optie serieus.
- Jullie wikten vaak te lang voordat jullie iets deden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Wikken with some of the pronouns.
- Ik heb gewikt en gewogen voordat ik een keuze maakte.
- Jij hebt de verschillende mogelijkheden gewikt en gewogen.
- Hij/zij heeft het probleem grondig gewikt en gewogen.
- Wij hebben alle aspecten van de kwestie gewikt en gewogen.
- Jullie hebben de risico's zorgvuldig gewikt en gewogen.