zoekraken

Conjugations List of Zoekraken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikraak zoekraakte zoekben zoekgeraakt
jij, je, uraakt zoekraakte zoekbent zoekgeraakt
hij, zij, hetraakt zoekraakte zoekis zoekgeraakt
wijraken zoekraakten zoekzijn zoekgeraakt
jullieraken zoekraakten zoekzijn zoekgeraakt
zij, zeraken zoekraakten zoekzijn zoekgeraakt

Presens

Example presens sentences for Zoekraken with some of the pronouns.

  • Ik raak regelmatig mijn sleutels kwijt.
  • Jij raakt soms je telefoon kwijt.
  • Hij raakt zijn portemonnee vaak zoek.
  • Zij raken hun bagage altijd kwijt tijdens het reizen.
  • We raken af en toe iets kwijt in ons huis.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Zoekraken with some of the pronouns.

  • Vroeger raakte ik altijd mijn fiets kwijt.
  • Toen ik jong was, raakte ik vaak mijn speelgoed kwijt.
  • Hij raakte regelmatig zijn afspraken kwijt.
  • Zij raakten gisteren hun boeken zoek tijdens de les.
  • We raakten elkaar nooit uit het oog.

Perfectum

Example perfectum sentences for Zoekraken with some of the pronouns.

  • Ik ben mijn sleutels vorige week kwijtgeraakt.
  • Jij hebt je telefoon gisteren kwijtgeraakt.
  • Hij is zijn portemonnee onlangs zoekgeraakt.
  • Zij zijn hun bagage tijdens de vakantie kwijtgeraakt.
  • We hebben laatst iets belangrijks kwijtgeraakt.