zonderen

Conjugations List of Zonderen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikzonderzonderdeheb gezonderd
jij, je, uzondertzonderdehebt gezonderd
hij, zij, hetzondertzonderdeheeft gezonderd
wijzonderenzonderdenhebben gezonderd
julliezonderenzonderdenhebben gezonderd
zij, zezonderenzonderdenhebben gezonderd

Presens
Beta

Example presens sentences for Zonderen with some of the pronouns.

  • Ik zonder me af van de drukte in de stad.
  • Jij zonder je af tijdens het studeren.
  • Hij/zij zonder zich af door een boek te lezen.
  • Wij zonderen ons af van de wereld op vakantie.
  • Jullie zonderen je af om te mediteren.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Zonderen with some of the pronouns.

  • Ik zonderde me af van de rest van de groep.
  • Jij zonderde je af na een lange werkdag.
  • Hij/zij zonderde zich af in zijn/haar studeerkamer.
  • Wij zonderden ons af van de buitenwereld.
  • Jullie zonderden je af om te reflecteren.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Zonderen with some of the pronouns.

  • Ik heb me afgezonderd van de menigte.
  • Jij hebt je afgezonderd in je eigen kamer.
  • Hij/zij heeft zich afgezonderd om te kunnen concentreren.
  • Wij hebben ons afgezonderd van negatieve invloeden.
  • Jullie hebben je afgezonderd tijdens de retraite.