inbedden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | bed in | bedde in | heb ingebed |
jij, je, u | bedt in | bedde in | hebt ingebed |
hij, zij, het | bedt in | bedde in | heeft ingebed |
wij | bedden in | bedden in | hebben ingebed |
jullie | bedden in | bedden in | hebben ingebed |
zij, ze | bedden in | bedden in | hebben ingebed |
PresensBeta
Example presens sentences for Inbedden with some of the pronouns.
- Ik bed
- Jij bedt
- Hij/Zij/Het bedt
- Wij bedden
- Jullie bedden
- Zij bedden
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Inbedden with some of the pronouns.
- Ik embedde
- Jij embedde
- Hij/Zij/Het embedde
- Wij embedden
- Jullie embedden
- Zij embedden
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Inbedden with some of the pronouns.
- Ik heb ingebed
- Jij hebt ingebed
- Hij/Zij/Het heeft ingebed
- Wij hebben ingebed
- Jullie hebben ingebed
- Zij hebben ingebed