tapdansen

Conjugations List of Tapdansen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktapdanstapdansteheb getapdanst
jij, je, utapdansttapdanstehebt getapdanst
hij, zij, hettapdansttapdansteheeft getapdanst
wijtapdansentapdanstenhebben getapdanst
jullietapdansentapdanstenhebben getapdanst
zij, zetapdansentapdanstenhebben getapdanst

Presens
Beta

Example presens sentences for Tapdansen with some of the pronouns.

  • Ik tapdans elke zaterdagavond in de dansschool.
  • Jij tapdanst graag op feestjes.
  • Hij/Zij/Het tapdanst al jarenlang als hobby.
  • Wij tapdansen samen in een dansgroep.
  • Jullie tapdansen met veel plezier tijdens optredens.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Tapdansen with some of the pronouns.

  • Vroeger tapdanste ik veel op bruiloften en partijen.
  • Als kind tapdansten mijn vrienden en ik in de tuin.
  • Hij/Zij/Het tapdanste altijd met enthousiasme tijdens de danslessen.
  • In die tijd tapdansten wij regelmatig in de lokale dansclub.
  • Jullie tapdansten vorig jaar nog op het strand tijdens de vakantie.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Tapdansen with some of the pronouns.

  • Ik heb getapdanst op het podium van het theater.
  • Jij bent gaan tapdansen bij een professionele dansacademie.
  • Hij/Zij/Het heeft tapgedanst tijdens een internationale danswedstrijd.
  • Wij zijn al meerdere keren tapdansen in New York geweest.
  • Jullie hebben tapgedanst op verschillende evenementen in de stad.