neuzen

Conjugations List of Neuzen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikneusneusdeheb geneusd
jij, je, uneustneusdehebt geneusd
hij, zij, hetneustneusdeheeft geneusd
wijneuzenneusdenhebben geneusd
jullieneuzenneusdenhebben geneusd
zij, zeneuzenneusdenhebben geneusd

Presens
Beta

Example presens sentences for Neuzen with some of the pronouns.

  • Ik neus in de boeken om informatie te vinden.
  • Jij neust altijd in mijn spullen zonder toestemming.
  • Hij neust rond in de keuken op zoek naar iets lekkers.
  • Wij neuzen graag in tweedehandswinkels voor unieke vondsten.
  • Zij neuzen door de stad op zoek naar een leuk café.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Neuzen with some of the pronouns.

  • Ik neusde in de boeken om informatie te vinden.
  • Jij neusde altijd in mijn spullen zonder toestemming.
  • Hij neusde rond in de keuken op zoek naar iets lekkers.
  • Wij neusden graag in tweedehandswinkels voor unieke vondsten.
  • Zij neusden door de stad op zoek naar een leuk café.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Neuzen with some of the pronouns.

  • Ik heb in de boeken geneusd om informatie te vinden.
  • Jij hebt altijd in mijn spullen geneusd zonder toestemming.
  • Hij heeft rondgeneusd in de keuken op zoek naar iets lekkers.
  • Wij hebben graag in tweedehandswinkels geneusd voor unieke vondsten.
  • Zij hebben door de stad geneusd op zoek naar een leuk café.