aantekenen

Conjugations List of Aantekenen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikteken aantekende aanheb aangetekend
jij, je, utekent aantekende aanhebt aangetekend
hij, zij, hettekent aantekende aanheeft aangetekend
wijtekenen aantekenden aanhebben aangetekend
jullietekenen aantekenden aanhebben aangetekend
zij, zetekenen aantekenden aanhebben aangetekend

Presens
Beta

Example presens sentences for Aantekenen with some of the pronouns.

  • Ik teken een bezwaar aantegen.
  • Hij tekent de informatie aantegen in zijn notitieboekje.
  • Zij tekent een contract aantegen.
  • We tekenen de belangrijke punten aantegen.
  • Jullie tekenen de route aantegen op de kaart.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aantekenen with some of the pronouns.

  • Ik tekende het bewijsstuk aan.
  • Hij tekende regelmatig bezwaren aan.
  • Zij tekende vaak kanttekeningen aan bij de voorstellen.
  • We tekenden de omissies aan in de contracten.
  • Jullie tekenden de afwijkingen aan in de grafiek.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aantekenen with some of the pronouns.

  • Ik heb het protest aangegeven.
  • Hij heeft de documenten aangegeven bij de balie.
  • Zij heeft de klacht aangegeven bij de manager.
  • We hebben de wijzigingen aangegeven in het verslag.
  • Jullie hebben de fouten aangegeven in de tekst.