vormgeven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | geef vorm | gaf vorm | heb vormgegeven |
jij, je, u | geeft vorm | gaf vorm | hebt vormgegeven |
hij, zij, het | geeft vorm | gaf vorm | heeft vormgegeven |
wij | geven vorm | gaven vorm | hebben vormgegeven |
jullie | geven vorm | gaven vorm | hebben vormgegeven |
zij, ze | geven vorm | gaven vorm | hebben vormgegeven |
PresensBeta
Example presens sentences for Vormgeven with some of the pronouns.
- Ik vormgeef de nieuwe website voor ons bedrijf.
- Jij vormgeeft het logo van de organisatie.
- Hij vormgeeft prachtige kunstwerken.
- Zij vormgeeft de lay-out van het tijdschrift.
- Wij vormgeven de presentatie voor de vergadering.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vormgeven with some of the pronouns.
- Ik vormgaf de omslag van het boek.
- Jij vormgaf de theatervoorstelling.
- Hij vormgaf de reclamecampagne.
- Zij vormgaf de nieuwsbrief.
- Wij vormgaven het schoolproject.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vormgeven with some of the pronouns.
- Ik heb de brochure vormgegeven.
- Jij hebt de poster vormgegeven.
- Hij heeft het interieur van het huis vormgegeven.
- Zij heeft de expositie vormgegeven.
- Wij hebben het evenement vormgegeven.