aanblikken

Conjugations List of Aanblikken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikblik aanblikte aanheb aangeblikt
jij, je, ublikt aanblikte aanhebt aangeblikt
hij, zij, hetblikt aanblikte aanheeft aangeblikt
wijblikken aanblikten aanhebben aangeblikt
jullieblikken aanblikten aanhebben aangeblikt
zij, zeblikken aanblikten aanhebben aangeblikt

Presens
Beta

Example presens sentences for Aanblikken with some of the pronouns.

  • Ik blik de mooie zonsondergang aan.
  • Jij bekijkt de foto aandachtig.
  • Hij/zij kijkt naar de voorbijgangers op straat.
  • Wij kijken naar de sterren aan de hemel.
  • Jullie bekijken het schilderij in het museum.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aanblikken with some of the pronouns.

  • Ik bekeek de mooie zonsondergang.
  • Jij keek aandachtig naar de foto.
  • Hij/zij keek naar de voorbijgangers op straat.
  • Wij keken naar de sterren aan de hemel.
  • Jullie bekeken het schilderij in het museum.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aanblikken with some of the pronouns.

  • Ik heb de prachtige zonsondergang aangeblikt.
  • Jij hebt de foto aandachtig aangekeken.
  • Hij/zij heeft naar de voorbijgangers op straat gekeken.
  • Wij hebben naar de sterren aan de hemel gekeken.
  • Jullie hebben het schilderij in het museum bekeken.