ensceneren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | ensceneer | ensceneerde | heb geënsceneerd |
jij, je, u | ensceneert | ensceneerde | hebt geënsceneerd |
hij, zij, het | ensceneert | ensceneerde | heeft geënsceneerd |
wij | ensceneren | ensceneerden | hebben geënsceneerd |
jullie | ensceneren | ensceneerden | hebben geënsceneerd |
zij, ze | ensceneren | ensceneerden | hebben geënsceneerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Ensceneren with some of the pronouns.
- Ik ensceneer een toneelstuk voor de schoolvoorstelling.
- Jij ensceneert het liefdesdrama met passie.
- Hij/Zij ensceneert een indrukwekkende scène uit het boek.
- Wij ensceneren een komedie om het publiek te vermaken.
- Zij ensceneren een historisch stuk over de Tweede Wereldoorlog.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Ensceneren with some of the pronouns.
- Ik ensceneerde altijd toneelstukken voor de schoolvoorstellingen.
- Jij ensceneerde het liefdesdrama met veel toewijding.
- Hij/Zij ensceneerde vaak indrukwekkende scènes uit bekende werken.
- Wij ensceneerden regelmatig komedies om het publiek te vermaken.
- Zij ensceneerden vroeger historische stukken over belangrijke gebeurtenissen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Ensceneren with some of the pronouns.
- Ik heb het toneelstuk ensceneerd voor de schoolvoorstelling.
- Jij hebt het liefdesdrama met passie ensceneerd.
- Hij/Zij heeft een indrukwekkende scène uit het boek ensceneerd.
- Wij hebben een komedie ensceneerd om het publiek te vermaken.
- Zij hebben een historisch stuk over de Tweede Wereldoorlog ensceneerd.