aangluren

Conjugations List of Aangluren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikgluur aangluurde aanheb aangegluurd
jij, je, ugluurt aangluurde aanhebt aangegluurd
hij, zij, hetgluurt aangluurde aanheeft aangegluurd
wijgluren aangluurden aanhebben aangegluurd
julliegluren aangluurden aanhebben aangegluurd
zij, zegluren aangluurden aanhebben aangegluurd

Presens
Beta

Example presens sentences for Aangluren with some of the pronouns.

  • Ik aangluur
  • Jij gluurt aan
  • Hij/zij/het gluurt aan
  • Wij gluren aan
  • Jullie gluren aan

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aangluren with some of the pronouns.

  • Ik gluurde aan
  • Jij gluurdet aan
  • Hij/zij/het gluurde aan
  • Wij gluurden aan
  • Jullie gluurden aan

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aangluren with some of the pronouns.

  • Ik heb aangeglurd
  • Jij hebt aangeglurd
  • Hij/zij/het heeft aangeglurd
  • Wij hebben aangeglurd
  • Jullie hebben aangeglurd