aangraven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | graaf aan | groef aan | heb aangegraven |
jij, je, u | graaft aan | groef aan | hebt aangegraven |
hij, zij, het | graaft aan | groef aan | heeft aangegraven |
wij | graven aan | groeven aan | hebben aangegraven |
jullie | graven aan | groeven aan | hebben aangegraven |
zij, ze | graven aan | groeven aan | hebben aangegraven |
PresensBeta
Example presens sentences for Aangraven with some of the pronouns.
- Ik graaf een gat aan.
- Jij graaft een kuil aan.
- Hij graaft een put aan.
- Zij graven een sleuf aan.
- Wij graven een tunnel aan.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Aangraven with some of the pronouns.
- Ik groef een gat aan.
- Jij groef een kuil aan.
- Hij groef een put aan.
- Zij groeven een sleuf aan.
- Wij groeven een tunnel aan.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Aangraven with some of the pronouns.
- Ik heb een gat aangegraven.
- Jij hebt een kuil aangegraven.
- Hij heeft een put aangegraven.
- Zij hebben een sleuf aangegraven.
- Wij hebben een tunnel aangegraven.