smetten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | smet | smette | heb gesmet |
jij, je, u | smet | smette | hebt gesmet |
hij, zij, het | smet | smette | heeft gesmet |
wij | smetten | smetten | hebben gesmet |
jullie | smetten | smetten | hebben gesmet |
zij, ze | smetten | smetten | hebben gesmet |
PresensBeta
Example presens sentences for Smetten with some of the pronouns.
- Ik smet
- Jij smet
- Hij/zij/het smet
- Wij smetten
- Jullie smetten
- Zij smetten
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Smetten with some of the pronouns.
- Ik smette
- Jij smette
- Hij/zij/het smette
- Wij smetten
- Jullie smetten
- Zij smetten
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Smetten with some of the pronouns.
- Ik heb gesmet
- Jij hebt gesmet
- Hij/zij/het heeft gesmet
- Wij hebben gesmet
- Jullie hebben gesmet
- Zij hebben gesmet