aanhikken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | hik aan | hikte aan | heb aangehikt |
jij, je, u | hikt aan | hikte aan | hebt aangehikt |
hij, zij, het | hikt aan | hikte aan | heeft aangehikt |
wij | hikken aan | hikten aan | hebben aangehikt |
jullie | hikken aan | hikten aan | hebben aangehikt |
zij, ze | hikken aan | hikten aan | hebben aangehikt |
PresensBeta
Example presens sentences for Aanhikken with some of the pronouns.
- Ik hik altijd aan tegen het maken van huiswerk.
- Jij hijgt aan tijdens het hardlopen.
- Hij/Zij hikt aan bij elke inspanning.
- Wij hikken aan tegen een gebrek aan motivatie.
- Zij hikken aan met het voltooien van de opdracht.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Aanhikken with some of the pronouns.
- Ik hikte aan tijdens de presentatie.
- Jij hikte aan bij het beklimmen van de berg.
- Hij/Zij hikte aan met het begrijpen van de instructies.
- Wij hikten aan tegen problemen tijdens het project.
- Zij hikten aan bij het oplossen van het raadsel.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Aanhikken with some of the pronouns.
- Ik heb aangehikt tegen het afmaken van mijn scriptie.
- Jij bent aangehikt bij de start van de race.
- Hij/Zij heeft aangehikt tegen het nemen van een beslissing.
- Wij zijn aangehikt bij het zoeken naar een nieuwe woning.
- Zij hebben aangehikt met het vinden van een geschikte kandidaat.