doodschamen

Conjugations List of Doodschamen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikschaam doodschaamde doodheb doodgeschaamd
jij, je, uschaamt doodschaamde doodhebt doodgeschaamd
hij, zij, hetschaamt doodschaamde doodheeft doodgeschaamd
wijschamen doodschaamden doodhebben doodgeschaamd
jullieschamen doodschaamden doodhebben doodgeschaamd
zij, zeschamen doodschaamden doodhebben doodgeschaamd

Presens
Beta

Example presens sentences for Doodschamen with some of the pronouns.

  • Ik schaam me dood als ik in het openbaar val.
  • Jij schaamt je dood wanneer je iets doms zegt.
  • Hij schaamt zich dood omdat hij zijn belofte niet is nagekomen.
  • Wij schamen ons dood voor onze slechte prestatie.
  • Zij schamen zich dood als ze betrapt worden op liegen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Doodschamen with some of the pronouns.

  • Ik schaamde me dood toen ik die opmerking maakte.
  • Jij schaamde je dood voor je onhandigheid.
  • Hij schaamde zich dood nadat hij een verkeerde beslissing had genomen.
  • Wij schaamden ons dood voor onze slordigheid.
  • Zij schaamden zich dood toen ze hun tekst vergaten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Doodschamen with some of the pronouns.

  • Ik heb me doodgeschaamd toen ik die fout maakte.
  • Jij bent je doodgeschrokken van de verrassing.
  • Hij is zich doodgeschrokken van het harde geluid.
  • Wij hebben ons doodgelachen om die grappige film.
  • Zij zijn zich doodgeschrokken van de enge film.