aanslijmen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | slijm aan | slijmde aan | ben aangeslijmd |
jij, je, u | slijmt aan | slijmde aan | bent aangeslijmd |
hij, zij, het | slijmt aan | slijmde aan | is aangeslijmd |
wij | slijmen aan | slijmden aan | zijn aangeslijmd |
jullie | slijmen aan | slijmden aan | zijn aangeslijmd |
zij, ze | slijmen aan | slijmden aan | zijn aangeslijmd |
PresensBeta
Example presens sentences for Aanslijmen with some of the pronouns.
- Ik slijm aan bij de directeur om een hoger salaris te krijgen.
- Jij slijmt altijd zo bij je ouders om je zin te krijgen.
- Hij/zij slijmt enorm bij de leraar om goede cijfers te halen.
- Wij slijmen aan bij de klant om de deal te sluiten.
- Jullie slijmen vaak genoeg bij de docent om extra tijd voor de opdracht te krijgen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Aanslijmen with some of the pronouns.
- Ik slijmde aan bij mijn ouders om wat extra zakgeld te krijgen.
- Jij slijmde vroeger altijd zo aan bij de leerkrachten om goede cijfers te halen.
- Hij/zij slijmde flink aan bij de leidinggevende om een dag vrij te krijgen.
- Wij slijmden aan bij onze vrienden om een slaapplaats te regelen.
- Jullie slijmden vaak genoeg aan bij de docent om uitstel voor de deadline te krijgen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Aanslijmen with some of the pronouns.
- Ik heb aangeslijmd bij mijn vrienden om hen te overtuigen mee te gaan naar het feest.
- Jij bent altijd zo aan het aanslijmen bij je baas om promotie te krijgen.
- Hij/zij heeft flink aangeslijmd bij de jury om de prijs te winnen.
- Wij hebben aangeslijmd bij de buren om hun auto te mogen lenen.
- Jullie zijn al genoeg aangeslijmd geweest bij de leraren voor extra punten.