aansterken

Conjugations List of Aansterken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksterk aansterkte aanben aangesterkt
jij, je, usterkt aansterkte aanbent aangesterkt
hij, zij, hetsterkt aansterkte aanis aangesterkt
wijsterken aansterkten aanzijn aangesterkt
julliesterken aansterkten aanzijn aangesterkt
zij, zesterken aansterkten aanzijn aangesterkt

Presens
Beta

Example presens sentences for Aansterken with some of the pronouns.

  • Ik sterken aan.
  • Jij sterkt aan.
  • Hij/Zij/Het sterkt aan.
  • Wij sterken aan.
  • Jullie sterken aan.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aansterken with some of the pronouns.

  • Ik sterkte aan.
  • Jij sterkte aan.
  • Hij/Zij/Het sterkte aan.
  • Wij sterkten aan.
  • Jullie sterkten aan.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aansterken with some of the pronouns.

  • Ik ben aangesterkt.
  • Jij bent aangesterkt.
  • Hij/Zij/Het is aangesterkt.
  • Wij zijn aangesterkt.
  • Jullie zijn aangesterkt.