teruggrijpen

Conjugations List of Teruggrijpen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikgrijp teruggreep terugheb teruggegrepen
jij, je, ugrijpt teruggreep terughebt teruggegrepen
hij, zij, hetgrijpt teruggreep terugheeft teruggegrepen
wijgrijpen teruggrepen terughebben teruggegrepen
julliegrijpen teruggrepen terughebben teruggegrepen
zij, zegrijpen teruggrepen terughebben teruggegrepen

Presens
Beta

Example presens sentences for Teruggrijpen with some of the pronouns.

  • Ik grijp terug naar mijn aantekeningen om de informatie te vinden.
  • Hij grijpt regelmatig terug naar zijn favoriete boek.
  • Zij grijpen vaak terug naar oude tradities tijdens feestdagen.
  • We grijpen altijd terug naar dit recept als we iets lekkers willen maken.
  • Jullie grijpen terug naar dezelfde strategieën voor elk project.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Teruggrijpen with some of the pronouns.

  • Ik greep regelmatig terug naar die methode, maar het werkte niet altijd.
  • Hij greep altijd terug naar zijn oude gewoontes wanneer hij gestrest was.
  • Zij grepen vaak terug naar dezelfde argumenten tijdens het debat.
  • We grepen elke keer terug naar die stap in het proces, maar het bleef misgaan.
  • Jullie grepen herhaaldelijk terug naar dezelfde fout in jullie presentatie.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Teruggrijpen with some of the pronouns.

  • Ik heb teruggegrepen naar mijn jeugdherinneringen tijdens het schrijven van mijn boek.
  • Hij heeft vaak teruggrepen naar die ervaring om anderen te inspireren.
  • Zij hebben meerdere keren teruggegrepen naar dezelfde oplossing.
  • We hebben teruggegrepen naar de lessen van onze leraren in ons werk.
  • Jullie hebben succesvol teruggegrepen naar vorige projecten om dit probleem op te lossen.