verkladden

Conjugations List of Verkladden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverkladverkladdeheb verklad
jij, je, uverkladtverkladdehebt verklad
hij, zij, hetverkladtverkladdeheeft verklad
wijverkladdenverkladdenhebben verklad
jullieverkladdenverkladdenhebben verklad
zij, zeverkladdenverkladdenhebben verklad

Presens

Example presens sentences for Verkladden with some of the pronouns.

  • Ik verklad
  • Jij verklaadt
  • Hij/Zij/Het verklaadt
  • Wij verkladden
  • Jullie verkladden

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Verkladden with some of the pronouns.

  • Ik verklaadde
  • Jij verklaadde
  • Hij/Zij/Het verklaadde
  • Wij verklaadden
  • Jullie verklaadden

Perfectum

Example perfectum sentences for Verkladden with some of the pronouns.

  • Ik heb verklaad
  • Jij hebt verklaad
  • Hij/Zij/Het heeft verklaad
  • Wij hebben verklaad
  • Jullie hebben verklaad