defenderen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | defendeer | defendeerde | heb gedefendeerd |
jij, je, u | defendeert | defendeerde | hebt gedefendeerd |
hij, zij, het | defendeert | defendeerde | heeft gedefendeerd |
wij | defenderen | defendeerden | hebben gedefendeerd |
jullie | defenderen | defendeerden | hebben gedefendeerd |
zij, ze | defenderen | defendeerden | hebben gedefendeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Defenderen with some of the pronouns.
- Ik verdedig mijn standpunt tijdens de vergadering.
- Jij verdedigt je vriendin altijd als er een conflict is.
- Hij verdedigt zijn titel in het kampioenschap.
- Zij verdedigen de belangen van de organisatie.
- We verdedigen onze rechten met kracht.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Defenderen with some of the pronouns.
- Toen ik jong was, verdedigde ik altijd mijn broertje op het schoolplein.
- Vroeger verdedigde jij je principes met passie.
- Hij verdedigde zichzelf moedig in de lastige situatie.
- Zij verdedigden de vrijheid van meningsuiting met overtuiging.
- We verdedigden ons land tijdens de oorlog met vastberadenheid.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Defenderen with some of the pronouns.
- Ik heb mijn ideeën fel verdedigd tijdens de discussie.
- Jij hebt jezelf succesvol verdedigd in de rechtbank.
- Hij heeft zijn doelstellingen goed verdedigd en behaald.
- Zij hebben hun territorium dapper verdedigd tegen indringers.
- We hebben onze strategieën zorgvuldig verdedigd en gewonnen.