aanstouwen

Conjugations List of Aanstouwen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstouw aanstouwde aanheb aangestouwd
jij, je, ustouwt aanstouwde aanhebt aangestouwd
hij, zij, hetstouwt aanstouwde aanheeft aangestouwd
wijstouwen aanstouwden aanhebben aangestouwd
julliestouwen aanstouwden aanhebben aangestouwd
zij, zestouwen aanstouwden aanhebben aangestouwd

Presens
Beta

Example presens sentences for Aanstouwen with some of the pronouns.

  • Ik stouw mijn fiets altijd aan de voorkant van het huis.
  • Jij stouwt de boodschappentassen in de auto.
  • Hij/zij/het stouwt de koffers op de bagagedrager.
  • Wij stouwen de dozen in de vrachtwagen.
  • Zij stouwen de houtblokken in de open haard.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aanstouwen with some of the pronouns.

  • Ik stouwde altijd mijn fiets aan de voorkant van het huis.
  • Jij stouwde de boodschappentassen in de auto.
  • Hij/zij/het stouwde de koffers op de bagagedrager.
  • Wij stouwden de dozen in de vrachtwagen.
  • Zij stouwden de houtblokken in de open haard.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aanstouwen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn fiets aan de voorkant van het huis gestouwd.
  • Jij hebt de boodschappentassen in de auto gestouwd.
  • Hij/zij/het heeft de koffers op de bagagedrager gestouwd.
  • Wij hebben de dozen in de vrachtwagen gestouwd.
  • Zij hebben de houtblokken in de open haard gestouwd.