aantippen

Conjugations List of Aantippen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktip aantipte aanheb aangetipt
jij, je, utipt aantipte aanhebt aangetipt
hij, zij, hettipt aantipte aanheeft aangetipt
wijtippen aantipten aanhebben aangetipt
jullietippen aantipten aanhebben aangetipt
zij, zetippen aantipten aanhebben aangetipt

Presens
Beta

Example presens sentences for Aantippen with some of the pronouns.

  • Ik tik de tafel aan.
  • Jij tikt het boek aan.
  • Hij/zij tikt de muur aan.
  • Wij tikken de bal aan.
  • Jullie tikken de stoelen aan.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aantippen with some of the pronouns.

  • Ik tikte de tafel aan.
  • Jij tikte het boek aan.
  • Hij/zij tikte de muur aan.
  • Wij tikten de bal aan.
  • Jullie tikten de stoelen aan.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aantippen with some of the pronouns.

  • Ik heb de tafel aangetikt.
  • Jij hebt het boek aangetikt.
  • Hij/zij heeft de muur aangetikt.
  • Wij hebben de bal aangeraakt.
  • Jullie hebben de stoelen aangeraakt.