aanzwellen

Conjugations List of Aanzwellen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikzwel aanzwol aanben aangezwollen
jij, je, uzwelt aanzwol aanbent aangezwollen
hij, zij, hetzwelt aanzwol aanis aangezwollen
wijzwellen aanzwollen aanzijn aangezwollen
julliezwellen aanzwollen aanzijn aangezwollen
zij, zezwellen aanzwollen aanzijn aangezwollen

Presens
Beta

Example presens sentences for Aanzwellen with some of the pronouns.

  • De golven zwellen aan.
  • Het geluid zwelt aan.
  • De menigte zwelt aan tot een massa.
  • De wind zwelt aan tot een storm.
  • Het applaus zwelt aan na de geweldige uitvoering.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aanzwellen with some of the pronouns.

  • De golven zwollen aan toen de storm begon.
  • Het geluid zwol aan in de stille nacht.
  • De menigte zwol aan tijdens de demonstratie.
  • De wind zwol aan en veroorzaakte chaos.
  • Het applaus zwol aan terwijl de artiest op het podium verscheen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aanzwellen with some of the pronouns.

  • De golven zijn aangezwollen.
  • Het geluid is aangezwollen.
  • De menigte is aangezwollen tot een massa.
  • De wind is aangezwollen tot een storm.
  • Het applaus is aangezwollen na de geweldige uitvoering.