abstraheren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | abstraheer | abstraheerde | heb geabstraheerd |
jij, je, u | abstraheert | abstraheerde | hebt geabstraheerd |
hij, zij, het | abstraheert | abstraheerde | heeft geabstraheerd |
wij | abstraheren | abstraheerden | hebben geabstraheerd |
jullie | abstraheren | abstraheerden | hebben geabstraheerd |
zij, ze | abstraheren | abstraheerden | hebben geabstraheerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Abstraheren with some of the pronouns.
- Ik abstraheer de belangrijkste punten uit de tekst.
- Jij abstraheert de essentie van het probleem.
- Hij/Zij/Het abstraheert de patronen in de gegevens.
- Wij abstraheren de informatie tot een overzichtelijk schema.
- Zij abstraheren de details om de grote lijnen te kunnen zien.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Abstraheren with some of the pronouns.
- Ik abstraheerde de belangrijkste punten uit de tekst.
- Jij abstraheerde de essentie van het probleem.
- Hij/Zij/Het abstraheerde de patronen in de gegevens.
- Wij abstraheerden de informatie tot een overzichtelijk schema.
- Zij abstraheerden de details om de grote lijnen te kunnen zien.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Abstraheren with some of the pronouns.
- Ik heb de belangrijkste punten uit de tekst geabstraheerd.
- Jij hebt de essentie van het probleem geabstraheerd.
- Hij/Zij/Het heeft de patronen in de gegevens geabstraheerd.
- Wij hebben de informatie tot een overzichtelijk schema geabstraheerd.
- Zij hebben de details geabstraheerd om de grote lijnen te kunnen zien.