achterhouden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | hou achter | hield achter | heb achtergehouden |
jij, je, u | houdt achter | hield achter | hebt achtergehouden |
hij, zij, het | houdt achter | hield achter | heeft achtergehouden |
wij | houden achter | hielden achter | hebben achtergehouden |
jullie | houden achter | hielden achter | hebben achtergehouden |
zij, ze | houden achter | hielden achter | hebben achtergehouden |
PresensBeta
Example presens sentences for Achterhouden with some of the pronouns.
- Ik houd informatie achter.
- Jij houdt iets achter.
- Hij/Zij houdt geheimen achter.
- Wij houden de waarheid achter.
- Jullie houden belangrijke details achter.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Achterhouden with some of the pronouns.
- Ik hield informatie achter.
- Jij hield iets achter.
- Hij/Zij hield geheimen achter.
- Wij hielden de waarheid achter.
- Jullie hielden belangrijke details achter.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Achterhouden with some of the pronouns.
- Ik heb informatie achtergehouden.
- Jij hebt iets achtergehouden.
- Hij/Zij heeft geheimen achtergehouden.
- Wij hebben de waarheid achtergehouden.
- Jullie hebben belangrijke details achtergehouden.