achternarijden

Conjugations List of Achternarijden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikrij achternareed achternaheb achternagereden
jij, je, urijdt achternareed achternahebt achternagereden
hij, zij, hetrijdt achternareed achternaheeft achternagereden
wijrijden achternareden achternahebben achternagereden
jullierijden achternareden achternahebben achternagereden
zij, zerijden achternareden achternahebben achternagereden

Presens
Beta

Example presens sentences for Achternarijden with some of the pronouns.

  • Ik achterrijd de auto voor me.
  • Jij achterrijdt altijd te dicht op andere voertuigen.
  • Hij/Zij achterrijdt zonder rekening te houden met de verkeersregels.
  • Wij achterrijden vaak in konvooi tijdens vakanties.
  • Jullie achterrijden soms om elkaar te beschermen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Achternarijden with some of the pronouns.

  • Toen ik jonger was, achterreed ik mijn vrienden op de fiets.
  • Vroeger achterreed jij altijd op je skateboard.
  • Hij/Zij achterreed vaak in de oude auto van zijn/haar ouders.
  • Wij achterreden als kinderen altijd op onze skelters.
  • Jullie achterreden regelmatig in de buurt van het park.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Achternarijden with some of the pronouns.

  • Ik heb achtergereden op de snelweg.
  • Jij bent vaak achtergereden door roekeloze bestuurders.
  • Hij/Zij is gisteren achtergereden tegen een paaltje.
  • Wij zijn al meerdere keren achtergereden in het drukke stadsverkeer.
  • Jullie hebben nooit eerder zo ver achtergereden.