achteruitzetten

Conjugations List of Achteruitzetten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikzet achteruitzette achteruitheb achteruitgezet
jij, je, uzet achteruitzette achteruithebt achteruitgezet
hij, zij, hetzet achteruitzette achteruitheeft achteruitgezet
wijzetten achteruitzetten achteruithebben achteruitgezet
julliezetten achteruitzetten achteruithebben achteruitgezet
zij, zezetten achteruitzetten achteruithebben achteruitgezet

Presens

Example presens sentences for Achteruitzetten with some of the pronouns.

  • Ik zet de auto achteruit.
  • Jij zet het glas achteruit.
  • Hij zet de stoel achteruit.
  • Zij zetten de televisie achteruit.
  • We zetten de klok achteruit.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Achteruitzetten with some of the pronouns.

  • Ik zette de auto achteruit.
  • Jij zette het glas achteruit.
  • Hij zette de stoel achteruit.
  • Zij zetten de televisie achteruit.
  • We zetten de klok achteruit.

Perfectum

Example perfectum sentences for Achteruitzetten with some of the pronouns.

  • Ik heb de auto achteruitgezet.
  • Jij hebt het glas achteruitgezet.
  • Hij heeft de stoel achteruitgezet.
  • Zij hebben de televisie achteruitgezet.
  • We hebben de klok achteruitgezet.