activeren

Conjugations List of Activeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikactiveeractiveerdeheb geactiveerd
jij, je, uactiveertactiveerdehebt geactiveerd
hij, zij, hetactiveertactiveerdeheeft geactiveerd
wijactiverenactiveerdenhebben geactiveerd
jullieactiverenactiveerdenhebben geactiveerd
zij, zeactiverenactiveerdenhebben geactiveerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Activeren with some of the pronouns.

  • Ik activeer de nieuwe functie op mijn telefoon.
  • Jij activeert de alarmfunctie op het beveiligingssysteem.
  • Hij/Zij activeert de modus voor energiebesparing op de computer.
  • Wij activeren de abonnementen voor de nieuwe klanten.
  • Jullie activeren de toegangspassen voor de medewerkers.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Activeren with some of the pronouns.

  • Ik activeerde altijd de nieuwe functies op mijn telefoon.
  • Jij activeerde de alarmfunctie op het beveiligingssysteem gisteren.
  • Hij/Zij activeerde vaak de modus voor energiebesparing op de computer.
  • Wij activeerden de abonnementen voor de nieuwe klanten vorige week.
  • Jullie activeerden de toegangspassen voor de medewerkers regelmatig.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Activeren with some of the pronouns.

  • Ik heb de nieuwe functie op mijn telefoon geactiveerd.
  • Jij hebt de alarmfunctie op het beveiligingssysteem geactiveerd.
  • Hij/Zij heeft de modus voor energiebesparing op de computer geactiveerd.
  • Wij hebben de abonnementen voor de nieuwe klanten geactiveerd.
  • Jullie hebben de toegangspassen voor de medewerkers geactiveerd.