opvoeden

Conjugations List of Opvoeden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvoed opvoedde opheb opgevoed
jij, je, uvoedt opvoedde ophebt opgevoed
hij, zij, hetvoedt opvoedde opheeft opgevoed
wijvoeden opvoedden ophebben opgevoed
jullievoeden opvoedden ophebben opgevoed
zij, zevoeden opvoedden ophebben opgevoed

Presens
Beta

Example presens sentences for Opvoeden with some of the pronouns.

  • Ik voed mijn kinderen op met liefde en discipline.
  • Mijn ouders voeden me op volgens strenge normen en waarden.
  • Hij voedt zijn hond op met positieve bekrachtigingstechnieken.
  • Wij voeden onze planten op door ze regelmatig water te geven.
  • Jullie voeden de nieuwe generatie op met kennis en vaardigheden.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Opvoeden with some of the pronouns.

  • Vroeger voedde ik mijn kinderen anders op, maar nu heb ik geleerd om geduldiger te zijn.
  • Toen ik jong was, werden we strenger opgevoed dan nu het geval is.
  • Hij voedde zijn hond op met traditionele trainingsmethoden, maar is overgestapt naar positieve bekrachtiging.
  • In het verleden voedden we onze planten niet goed op en gingen ze vaak dood.
  • Jullie voedden de vorige generatie op zonder technologie, wat een hele uitdaging was.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Opvoeden with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn kinderen goed opgevoed en ben trots op hun prestaties.
  • Mijn ouders hebben me streng opgevoed maar ik ben hen dankbaar voor de discipline die ze me hebben bijgebracht.
  • Hij heeft zijn hond succesvol opgevoed tot een gehoorzame metgezel.
  • Wij hebben onze planten goed opgevoed en ze groeien prachtig.
  • Jullie hebben de studenten goed opgevoed en ze zijn klaar voor de toekomst.