afkletsen

Conjugations List of Afkletsen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikklets afkletste afheb afgekletst
jij, je, ukletst afkletste afhebt afgekletst
hij, zij, hetkletst afkletste afheeft afgekletst
wijkletsen afkletsten afhebben afgekletst
julliekletsen afkletsten afhebben afgekletst
zij, zekletsen afkletsten afhebben afgekletst

Presens
Beta

Example presens sentences for Afkletsen with some of the pronouns.

  • Ik klets af tijdens de lunchpauze.
  • Jij kletst af met je vrienden na school.
  • Hij/Zij kletst af op social media.
  • Wij kletsen af bij de koffieautomaat.
  • Zij kletsen af tijdens de vergadering.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Afkletsen with some of the pronouns.

  • Ik kletste af tijdens de lunchpauze.
  • Jij kletste af met je vrienden na school.
  • Hij/Zij kletste af op social media.
  • Wij kletsten af bij de koffieautomaat.
  • Zij kletsten af tijdens de vergadering.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Afkletsen with some of the pronouns.

  • Ik heb afgekletst tijdens de lunchpauze.
  • Jij bent afgekletst met je vrienden na school.
  • Hij/Zij is afgekletst op social media.
  • Wij hebben afgekletst bij de koffieautomaat.
  • Zij hebben afgekletst tijdens de vergadering.