afmijnen

Conjugations List of Afmijnen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikmijn afmijnde afheb afgemijnd
jij, je, umijnt afmijnde afhebt afgemijnd
hij, zij, hetmijnt afmijnde afheeft afgemijnd
wijmijnen afmijnden afhebben afgemijnd
julliemijnen afmijnden afhebben afgemijnd
zij, zemijnen afmijnden afhebben afgemijnd

Presens
Beta

Example presens sentences for Afmijnen with some of the pronouns.

  • Ik mijnt de veilingstukken af.
  • Jij m ijnt de prijs af.
  • Hij/zij/het mijnt het bod af.
  • Wij mijnen de objecten af.
  • Jullie mijnen de waarde af.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Afmijnen with some of the pronouns.

  • Ik mijnde de veilingstukken af.
  • Jij mijnde de prijs af.
  • Hij/zij/het mijnde het bod af.
  • Wij mijnden de objecten af.
  • Jullie mijnden de waarde af.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Afmijnen with some of the pronouns.

  • Ik heb de veilingstukken afgemijnd.
  • Jij hebt de prijs afgemijnd.
  • Hij/zij/het heeft het bod afgemijnd.
  • Wij hebben de objecten afgemijnd.
  • Jullie hebben de waarde afgemijnd.