afronden

Conjugations List of Afronden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikrond afrondde afheb afgerond
jij, je, urondt afrondde afhebt afgerond
hij, zij, hetrondt afrondde afheeft afgerond
wijronden afrondden afhebben afgerond
jullieronden afrondden afhebben afgerond
zij, zeronden afrondden afhebben afgerond

Presens
Beta

Example presens sentences for Afronden with some of the pronouns.

  • Hij rondt zijn werkzaamheden af.
  • Zij ronden de vergadering af.
  • De studenten ronden hun projecten af.
  • Ik rond mijn taken voor vandaag af.
  • Wij ronden het hoofdstuk snel af.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Afronden with some of the pronouns.

  • Hij rondde zijn werkzaamheden af.
  • Zij rondde de vergadering af.
  • De studenten rondden hun projecten af.
  • Ik rondde mijn taken voor vandaag af.
  • Wij rondden het hoofdstuk snel af.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Afronden with some of the pronouns.

  • Hij heeft zijn werkzaamheden afgerond.
  • Zij hebben de vergadering afgerond.
  • De studenten hebben hun projecten afgerond.
  • Ik heb mijn taken voor vandaag afgerond.
  • Wij hebben het hoofdstuk snel afgerond.