aftuinen

Conjugations List of Aftuinen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktuin aftuinde afheb afgetuind
jij, je, utuint aftuinde afhebt afgetuind
hij, zij, hettuint aftuinde afheeft afgetuind
wijtuinen aftuinden afhebben afgetuind
jullietuinen aftuinden afhebben afgetuind
zij, zetuinen aftuinden afhebben afgetuind

Presens
Beta

Example presens sentences for Aftuinen with some of the pronouns.

  • Ik tuin af naar het strand.
  • Jij tuiniert af in de tuin.
  • Hij tuiniert af op zijn fiets.
  • Zij tuinen af naar de bioscoop.
  • Wij tuinen af naar het park.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aftuinen with some of the pronouns.

  • Ik tuinde af naar het museum.
  • Jij tuinde af naar de supermarkt.
  • Hij tuinde af naar de bibliotheek.
  • Zij tuinden af naar het restaurant.
  • Wij tuinden af naar het zwembad.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aftuinen with some of the pronouns.

  • Ik ben afgetuind naar de stad.
  • Jij bent afgetuind naar het feest.
  • Hij is afgetuind naar het buitenland.
  • Zij zijn afgetuind naar de markt.
  • Wij zijn afgetuind naar de kermis.