amalgameren

Conjugations List of Amalgameren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikamalgameeramalgameerdeheb geamalgameerd
jij, je, uamalgameertamalgameerdehebt geamalgameerd
hij, zij, hetamalgameertamalgameerdeheeft geamalgameerd
wijamalgamerenamalgameerdenhebben geamalgameerd
jullieamalgamerenamalgameerdenhebben geamalgameerd
zij, zeamalgamerenamalgameerdenhebben geamalgameerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Amalgameren with some of the pronouns.

  • Ik amalgameer regelmatig verschillende metalen.
  • Jij amalgameert de ingrediënten goed in het recept.
  • Hij/zij/het amalgameert de materialen zorgvuldig.
  • Wij amalgameren de stoffen volgens een specifiek proces.
  • Jullie amalgameren de elementen met precisie.
  • Zij amalgameeren de componenten om een nieuw product te creëren.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Amalgameren with some of the pronouns.

  • Vroeger amalgameerde ik vaak verschillende substanties.
  • Toen we jong waren, amalgameerden we speelgoed en andere objecten.
  • Vroeger amalgameerde hij/zij/het de stoffen zonder de juiste technieken toe te passen.
  • In die tijd amalgameerden wij de metalen in kleine hoeveelheden.
  • Als student amalgameerden jullie vaak chemische stoffen in het laboratorium.
  • In het verleden amalgameerden zij de elementen zonder beschermende maatregelen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Amalgameren with some of the pronouns.

  • Ik heb geamalgameerd om een stabiele verbinding te verkrijgen.
  • Jij hebt de metalen succesvol geamalgameerd.
  • Hij/zij/het heeft de materialen vakkundig geamalgameerd.
  • Wij hebben de ingrediënten zorgvuldig geamalgameerd.
  • Jullie hebben de stoffen tot een homogene massa geamalgameerd.
  • Zij hebben de elementen effectief geamalgameerd voor het experiment.