anatomiseren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | anatomiseer | anatomiseerde | heb geanatomiseerd |
jij, je, u | anatomiseert | anatomiseerde | hebt geanatomiseerd |
hij, zij, het | anatomiseert | anatomiseerde | heeft geanatomiseerd |
wij | anatomiseren | anatomiseerden | hebben geanatomiseerd |
jullie | anatomiseren | anatomiseerden | hebben geanatomiseerd |
zij, ze | anatomiseren | anatomiseerden | hebben geanatomiseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Anatomiseren with some of the pronouns.
- Ik anatomiseer het menselijk lichaam voor mijn studie.
- Jij anatomiseert de organen tijdens de biologieles.
- Hij/zij/het anatomiseert de dieren in het laboratorium.
- Wij anatomiseren de cadavers voor wetenschappelijk onderzoek.
- Jullie anatomiseren de weefsels om hun structuur te bestuderen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Anatomiseren with some of the pronouns.
- Ik anatomiseerde het menselijk lichaam voor mijn studie.
- Jij anatomiseerde de organen tijdens de biologieles.
- Hij/zij/het anatomiseerde de dieren in het laboratorium.
- Wij anatomiseerden de cadavers voor wetenschappelijk onderzoek.
- Jullie anatomiseerden de weefsels om hun structuur te bestuderen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Anatomiseren with some of the pronouns.
- Ik heb het menselijk lichaam geanatomiseerd tijdens mijn studie.
- Jij hebt de organen geanatomiseerd tijdens de biologieles.
- Hij/zij/het heeft de dieren geanatomiseerd in het laboratorium.
- Wij hebben de cadavers geanatomiseerd voor wetenschappelijk onderzoek.
- Jullie hebben de weefsels geanatomiseerd om hun structuur te bestuderen.