annexeren

Conjugations List of Annexeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikannexeerannexeerdeheb geannexeerd
jij, je, uannexeertannexeerdehebt geannexeerd
hij, zij, hetannexeertannexeerdeheeft geannexeerd
wijannexerenannexeerdenhebben geannexeerd
jullieannexerenannexeerdenhebben geannexeerd
zij, zeannexerenannexeerdenhebben geannexeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Annexeren with some of the pronouns.

  • Nederland annexeert een klein eiland in de Noordzee.
  • De politicus probeert het buurland te annexeren.
  • Het bedrijf annexeerde verschillende concurrenten om te groeien.
  • Zij annexeren stukken grond voor landbouwdoeleinden.
  • De koning heeft plannen om een naburig koninkrijk te annexeren.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Annexeren with some of the pronouns.

    Perfectum
    Beta

    Example perfectum sentences for Annexeren with some of the pronouns.

    • Nederland heeft het eiland in de Noordzee geannexeerd.
    • De politicus heeft geprobeerd het buurland te annexeren.
    • Het bedrijf heeft verschillende concurrenten geannexeerd om te groeien.
    • Zij hebben stukken grond geannexeerd voor landbouwdoeleinden.
    • De koning heeft plannen gehad om een naburig koninkrijk te annexeren.