verstillen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verstil | verstilde | ben verstild |
jij, je, u | verstilt | verstilde | bent verstild |
hij, zij, het | verstilt | verstilde | is verstild |
wij | verstillen | verstilden | zijn verstild |
jullie | verstillen | verstilden | zijn verstild |
zij, ze | verstillen | verstilden | zijn verstild |
PresensBeta
Example presens sentences for Verstillen with some of the pronouns.
- Ik verstil tijdens mijn meditatieoefeningen.
- Jij verstilt wanneer je een wandeling maakt in de natuur.
- Hij/Zij/Het verstilt als de muziek begint.
- Wij verstilen wanneer we naar de sterren kijken.
- Jullie verstilen tijdens de yogalessen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verstillen with some of the pronouns.
- Ik verstilde regelmatig toen ik nog in de stad woonde.
- Jij verstilde vaak tijdens die lange fietstochten.
- Hij/Zij/Het verstilde elke avond bij het vallen van de zon.
- Wij verstilden altijd wanneer we samen in de tuin zaten.
- Jullie verstilden soms terwijl jullie naar de vogels luisterden.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verstillen with some of the pronouns.
- Ik ben verstild na een lange dag werken.
- Jij bent verstild na het lezen van dat boek.
- Hij/Zij/Het is verstild na het luisteren naar klassieke muziek.
- Wij zijn verstild na een intense yogasessie.
- Jullie zijn verstild na een ontspannende meditatiesessie.