aren

Conjugations List of Aren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikaaraardeben geaard
jij, je, uaartaardebent geaard
hij, zij, hetaartaardeis geaard
wijarenaardenzijn geaard
julliearenaardenzijn geaard
zij, zearenaardenzijn geaard

Presens
Beta

Example presens sentences for Aren with some of the pronouns.

  • Wij zijn op vakantie.
  • Zij zijn studenten.
  • Ik ben blij met mijn nieuwe baan.
  • Jullie zijn goede vrienden.
  • Hij is een getalenteerde muzikant.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Aren with some of the pronouns.

  • Wij waren altijd samen.
  • Zij waren vroeger buren.
  • Ik was verbaasd over het nieuws.
  • Jullie waren vaak te laat.
  • Hij was moe na het sporten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Aren with some of the pronouns.

  • Wij zijn naar de bioscoop geweest.
  • Zij zijn op reis geweest.
  • Ik ben naar het concert van mijn favoriete band geweest.
  • Jullie zijn naar het strand geweest.
  • Hij is naar het museum geweest.