assumeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | assumeer | assumeerde | heb geassumeerd |
jij, je, u | assumeert | assumeerde | hebt geassumeerd |
hij, zij, het | assumeert | assumeerde | heeft geassumeerd |
wij | assumeren | assumeerden | hebben geassumeerd |
jullie | assumeren | assumeerden | hebben geassumeerd |
zij, ze | assumeren | assumeerden | hebben geassumeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Assumeren with some of the pronouns.
- Ik assumeer dat hij gelijk heeft.
- Jij assumeert vaak te veel risico.
- Hij/zij assumeert de verantwoordelijkheid voor het project.
- Wij assumere n dat alles goed zal gaan.
- Jullie assume ren een positieve uitkomst.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Assumeren with some of the pronouns.
- Ik assumeerde dat het een succes zou zijn.
- Jij assumeerde vroeger veel dingen.
- Hij/zij assumeerde altijd de ergste scenario's.
- Wij assumeerden dat zij ons zouden helpen.
- Jullie assumeerden dat het gemakkelijk zou zijn.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Assumeren with some of the pronouns.
- Ik heb geassumeerd dat het zou lukken.
- Jij hebt te veel aangenomen.
- Hij/zij heeft de leiding aangenomen.
- Wij hebben aangenomen dat ze op tijd zouden komen.
- Jullie hebben de beslissing aangenomen.